In een functie kunt u één of meerdere parameters opgeven, zoals bijvoorbeeld bij de functie AP_Rek_Periode:
=AP_Rek_Periode("MVL00900";2009;"1:6";"8000:8999";1;ONWAAR)
U kunt de parameters invoeren zoals in bovenstaand voorbeeld. Dit zijn vaste parameterwaarden die niet wijzigen, tenzij u ze direct in de cel, waarin de functie is ingevoerd, aanpast. Dit zal echter geen wenselijke werkwijze zijn.
Stel u wilt een dynamisch rapport in Excel bouwen, waarbij u bijvoorbeeld in een bepaalde cel de gewenste administratie opgeeft. Op het moment dat u de administratienaam/-nummer in die cel aanpast, wilt u dat alle functies opnieuw herberekend worden op basis van die administratie. In dat geval voert u de eerder genoemde functie op de volgende wijze in:
=AP_Rek_Periode(B1;2009;"1:6";"8000:8999";1;ONWAAR)
Op de positie waar u in eerste instantie de vaste waarde (database naam) MVL00900 had ingevoerd, bevind zich nu een celverwijzing; in dit voorbeeld cel B1. De functie zal vanaf nu altijd de inhoud van betreffende cel (hier B1) raadplegen bij elke herberekening.
LET OP: Een celverwijzing mag nooit tussen aanhalingstekens worden gezet.
U kunt in elke functie bij elke parameter op deze wijze een celverwijzing gebruiken.
Het is niet mogelijk om bij een parameter een celbereik op te geven, zoals bijvoorbeeld B1:B20. U kunt dus alleen verwijzen naar een enkele cel.
Created with the Personal Edition of HelpNDoc: Easy Qt Help documentation editor